Ons bezwaarschrift tegen de verkavelingsvergunning

Aan het College van Burgemeester en Schepenen van de Gemeente BRASSCHAAT

Geachte Burgemeester, Geachte Dames en Heren Schepenen,

Betreft : Brasschaat Verkavelingsvergunning OMV_2020112615

O. ref. : MR/2021/456/MR/MR/KA

Ik word geraadpleegd door de VZW De Kaart Rond Tafel, met zetel te Brasschaat, Hoge Kaart 118 Bus 1, met ondernemingsnummer 0756.862.888.

De VZW heeft als doel het activeren, informeren en ondersteunen van wijkbewoners in thema’s van ruimtelijke ordening, de leefbaarheid van de wijk, jeugdzorg, mobiliteit, onderwijs, socio-cultureel werk, groenzorg, woonbeleid, verenigingsleven, sport en ontspanning, het landelijk karakter en aanverwante. Op deze manier wil de VZW de waarde van de wijk voor haar bewoners verhogen.

De VZW dient schriftelijk bezwaar in in het openbaar onderzoek OMV_2020112615, Uw dossiernummer 2020/OVK/0009, aangezien de VZW vreest dat door de zwaarte van het voorgenomen project, de goede ruimtelijke ordening en de leefbaarheid van de wijk in belangrijke mate zal worden aangetast.

Het bezwaar wenst de VZW in te dienen in het openbaar onderzoek, nog lopende tot 16.02.2021, inzake de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden met stedenbouwkundige handelingen De Kaart Brasschaat.

De omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden heeft betrekking op het verkavelen van een projectgebied en de afbraak van bestaande gebouwen en constructies binnen het projectgebied. De ontwikkeling van het projectgebied is in handen van Van Roey Vastgoed NV (bij middel van een PPS structuur). De te verkavelen gronden zijn gelegen langsheen de Middelkaart, Lage Kaart, Schoolstraat, Veldstraat en Leeuwenstraat.

De te verkavelen site wordt ontsloten door boven genoemde straten en omvat de huidige scholen GILO/ GIKO en De Vlinder evenals de vroegere zaal Berkenhof. Binnen de verkaveling zal het mogelijk worden gemaakt om de bestaande gebouwen op een deels gewijzigde plaats te herbouwen, alsook een (bovenlokale) sporthal, een multifunctionele ruimte (paviljoen) een kinderdagverblijf (1 appartement van de 104 appartementen/wooneenheden) en woningen (zowel Ă©Ă©ngezins- als meergezinswoningen) te bouwen. Tevens wordt een groot gedeelte van de site afgestaan aan het openbaar domein en zal ruimte gemaakt worden voor een park.

  1. Ruimtelijke context van de geplande werken

Vooreerst dient verwezen te worden naar het RUP Herziening Verbod op Meergezinswoningen”, dat ondertussen bij wijze van versnelde procedure overeenkomstig art. 7.4.4./1 VCRO, definitief door de Gemeenteraad Brasschaat werd goedgekeurd in zitting van 25.01.2021.

De opheffing van dit RUP is noodzakelijk teneinde binnen het RUP Kernversterking wonen en detailhandel tot verdichting en verhoging van het ruimtelijk rendement te komen.

Evenwel is het zo dat de startnota van het RUP Kernversterking wonen en detailhandel, weliswaar aan een openbaar onderzoek werd onderworpen, doch er is nog geen voorlopige goedkeuring door de gemeenteraad van Brasschaat tussengekomen en ook nog geen openbaar onderzoek na de voorlopige goedkeuring van het ontwerp RUP.

Op blz 27, onder punt 2.7. van dit RUP wordt er gesteld dat het niet toepasselijk is op overheidsprojecten en ook niet op projecten die tot stand komen via PPS-formules. Bijgevolg zouden de beperkingen op de toegelaten woonverdichting niet gelden voor bv. projecten van sociale woningbouw, projecten waarover overeenkomsten met de overheid zijn gesloten over specifieke doelgroepen en/of prijzen en die kaderen in het woonbeleid, projecten met integratie van een substantieel aandeel gemeenschapsvoorzieningen met overeenkomst met de overheid, enz.

Mogelijks kan een dergelijk RUP, dat in een uitzondering voorziet, en waarij de uitzondering substantieel kan zijn en derhalve niet onderworpen aan de toets van de goede ruimtelijke ordening, als onwettig worden beschouwd, wegens de schending van het gelijkheidsbeginsel voorzien door artikel 10 en 11 van de Grondwet. Immers de vaststelling van een RUP impliceert dat de voorschriften ervan de goede ruimtelijke ordening weergeven. Bij een uitzonderingsbepaling, zoals bij het RUP Kernversterking van toepassing is, RUP dat nog niet zelfs voorlopig is vastgesteld, is de aftoetsing van de goede ruimtelijke ordening niet gebeurd. (art. 4.3.1., § 2, eerste lid, 3° VCRO)

Wat de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening betreft, dient de vergunningsverlenende overheid op de eerste plaats rekening te houden met de ordening in de onmiddellijke omgeving. Deze beoordeling dient in concreto te geschieden en uit te gaan van de bestaande toestand. De ordening in de ruimere omgeving, is hierbij minder doorslaggevend en mag er alleszins niet toe leiden dat de ordening in de onmiddellijke omgeving, die de plaatselijke aanleg het meest bepaalt, buiten beschouwing wordt gelaten.

Een toetsing aan de in de omgeving bestaande toestand, houdt niet noodzakelijk in dat het geplande gelijk moet zijn aan het bestaande, doch wel dat het er verenigbaar mee moet zijn. (RvVb, 14 mei 2013, nr A/2013/0229)

Er wordt derhalve een uitzonderingsbepaling voorzien voor de toepassing van het toekomstige RUP Kernversterking wonen en detailhandel.

Als vergunningsverlenende overheid kan U slechts rekening houden met beleidsmatige ontwikkelingen, wanneer er sprake is van een ontwerp van RUP, dat ook in openbaar onderzoek is gegaan. Een beleidsmatig gewenste ontwikkeling is nog geen bestemmingswijziging.

Het project De Kaart zou niet vallen onder het RUP herziening verbod op meergezinswoningen , maar wel onder het RUP Kernversterking, waarbij er dan nog op blz. 27 in een uitzondering van overheidsprojecten wordt voorzien.

Die uitzondering geldt in de huidige stand van zaken nog niet. Dus dient hieruit geconcludeerd te worden dat er in het project De Kaart, zoals het nu voorligt en waarbij de bouw voorzien is van een aantal meergezinswoningen, naar bestemming niet kan.

Bovendien is het ondertussen definitief vastgesteld RUP herziening verbod op meergezinswoningen, nog niet definitief, het kan nog steeds aangevochten worden bij middel van een verzoek tot schorsing en nietigverklaring voor de Raad van State.

De mogelijkheid om ook rekening te houden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen wordt door de rechtspraak streng ingevuld. Zo kan een beleidsmatig gewenste ontwikkeling op zich er niet toe leiden dat de in omgeving bestaande toestand buiten beschouwing wordt gelaten.

Bij het streven naar een duurzame ruimtelijke ordening, in het licht van artikel 1.1.4. VCRO, dient er steeds rekening te worden gehouden met de ruimtelijke draagkracht, gelet op de concrete kenmerken van de onmiddellijke en ruimere omgeving.

Een grotere dichtheid, grotere bouwhoogte, andere functies, enz, kunnen maar toegelaten worden, wanneer de rumtelijke draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden.

Een verhoging van het ruimtelijk rendement is ook slechts mogelijk wanneer dit gebeurt met respect voor de kwaliteit van de bestaande woon- en leefomgeving en wanneer de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is.

Om van een verantwoorde redementsverhoging te kunnen spreken, moet er vooreerst een vaststaande woonbehoefte zijn, dan wel een bewezen behoefte aan een dergelijke typologie van wooneenheden.

En zelfs wanneer er sprake zou zijn van een bewezen behoefte-quod non, dan is dit nog geen goede keuze om een veelheid aan functies binnen een beperkt gebied te willen onderbrengen, waarbij de draagkracht van de omgeving in belangrijke mate overschreden wordt, en de leefbaarheid en het woonklimaat van de omringende buurt in het gedrang komt.

U hebt als gemeente in het verleden voorgehouden dat er sprake zou zijn van maximaal 50 woningen. De functies op zich afzonderlijk zijn wel goed, doch de veelheid van functies samen , maakt het geheel voor de omwonenden onverteerbaar.

Het dient ook opgemerkt, dat voor een project van een dergelijke omvang, het advies van de GECORO, Uw eigen adviesraad, zeker aangewezen is. De GECORO heeft in het verleden reeds gesteld dat de wijze waarop het project wordt gegund, zeker niet aangewezen was. Doch U gaat als gemeente voorbij aan het advies van Uw eigen adviesraad. De realisatie van 104 wooneenheden wordt er door geduwd, enkel en alleen om de rest van het project budgetneutraal te maken. Een gebrek aan transparantie en communicatie heeft tevens als resultaat, dat het project evenmin gedragen wordt door de buurt.

Na toewijs van het project, hebt U het enkel ter informatie en kennisgeving meegedeeld aan de GECORO, niet ter beoordeling en ter advisering.

Hierop wordt verder teruggekomen. Immers, bezwaarindieners zijn van oordeel dat de ruimtelijke draagkracht van de omgeving, in belangrijke mate wordt overschreden en er sprake is van slechte ruimtelijke ordening.

Bovendien dient verwezen te worden naar het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen, geciteerd op blz. 34 van het RUP Kernversterking, waarbij gesteld wordt dat;

“Voor het bebouwd perifeer landschap stelt het RSPA o.a. dat Brasschaat beperktere ontwikkelingsperspectieven heeft inzake bijkomende woningen (wegens geen stedelijk gebied) en verder “dat Brasschaat wordt geselecteerd als verdichtingspunt met beperktere ontwikkelingsperspectieven inzake bijkomende woningen.”

Uit dit provinciaal plan dient derhalve afgeleid te worden, dat het niet de bedoeling is dat er nog meer woningen komen in Brasschaat , dan wel uiterst beperkt.

Bovendien , het dient herhaald, is de bijkomende woonbehoefte op het grondgebied Brasschaat niet bewezen en zelfs niet onderzocht, alvast zeker niet in het voorliggende project De Kaart.

Het bestuursakkoord van de Gemeente Brasschaat, 2019-2025 heeft het over kleinere inbreidingsprojecten en verstandig verdichten. In casu is er zeker geen sprake van een “klein” inbreidingsproject.

De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen en door kleine landeigendommen, met een tuintje.

Het project kan zelfs niet vernieuwend worden genoemd, aangezien er geen sprake is van nieuwe woontypologieen, doch enkel van rechttoe rechtaan appartementsblokken, die dan nog een ernstige breuk vormen met het gabariet van de woningen in de omgeving.

De woondichtheid wordt in belangrijke mate opgedreven, nl nu is er sprake van een gemiddelde van 14 woningen per hectare, dit wordt nu in de wijk de Kaart verhoogd met 104 wooneenheden per hectare.

De gebouwen/meergezinswoningen op de projectsite zijn te hoog in verhouding tot de omgeving. Voor de omliggende bewoners stelt zich een duidelijk probleem van privacy.Wanneer de omwonenden nu in hun tuin zitten, die gebruikelijk is omzoomd met laagstam bomen en heesters, hebben zij voor het ogenblik een afgesloten tuin en bijhorende privacy. Met het voorgenomen bouwproject komen er gebouwen met een hoogte van 13 m en meer, dicht bij de tuinen en perceelsgrenzen. De appartementbewoners zullen zo kunnen inkijken in de tuin en leefgedeeltes van de omliggende woningen. In de herfst , winter en lente, zullen de omwonenden Hoge Kaart dan nog geconfronteerd worden met een belemmering van zonlicht en schaduwwerking . Hun woningen zijn slechts qua hoogte de helft van de appartementsgebouwen.

De inplanting van de hoge blokken maakt het ook onmogelijk om op het projectgebied een bomenrij te voorzien om de inkijk in de tuinen grenzend aan Lot 6 te beperken.

Zij zullen dan uitkijken op een betonnen muur, in plaats van op bomen en groen.

De woonblok aan de kant van de Leeuwenstraat, is 9,25 m hoog en staat op 5 m van de perceelsgrens, waardoor de 45 ° regel overtreden wordt. Wil de 45 ° regel gerespecteerd worden, dan moet het gebouw op minstens 6,25 m van de perceelsgrens worden ingeplant.

2. Nopens de aanleg van de wegen.

Er dient opgemerkt dat de speelruimte voor GILO Kaart dwars ligt over de huidige Schoolstraat, die de verbindingsweg vormt en blijft tussen Middelkaart en Veldstraat.

De Schoolstraat zou derhalve twee functies hebben, nl speelplaats voor de lagere school, met de mogelijkheid van afsluiting en ook openbare weg.

Die twee functies zijn niet met elkaar combineerbaar. Wanneer een openbare weg, zelfs tijdelijk wordt afgesloten, dan behoort dit tot de “zaak der wegen”, waarbij art. 31 van het OVD voorziet dat de gemeenteraad een beslissingsbevoegdheid heeft.

De autonomie van de gemeenteraad dient op dit punt gerespecteerd te worden.

Bovendien komt er een openbare weg bij, nl de Dreef, die een openbare weg zal vormen tussen Middelkaart en Leeuwenstraat.

Het dient op gewezen te worden, dat voor zover de aanvrager toepassing wenst te maken van art. 4.4.9/1 VCRO en er omwille van redenen van ruimtelijk rendement, wordt afgeweken van de stedenbouwkundige voorschriften van een BPA (of RUP), dat ouder is dan 15 jaar, er geen afwijking toegestaan is voor wat betreft de wegenis, het openbaar groen en de erfgoedwaarden.

Blijkbaar komt er nieuwe wegenis en worden de gebruiksmogelijkheden van bestaande wegenis gewijzigd. Wat niet kan volgens de bepalingen van het VCRO.

3. Nopens de project – MER screening;

Bezwaarindieners zijn van oordeel, dat een project MER screening in deze aanvraag onvoldoende is, doch dat er overeenkomstig de bijlage II van het DABM, een volwaardig project MER door een onafhankelijke MER deskundige dient te worden opgesteld.

Immers, door de veelheid van functies, nl een crèche, een school voor 666 leerlingen, een polyvalente zaal en een bovenlokale sporthal met sporttribune voor 100 toeschouwers , wanneer er meerdere activiteiten naast elkaar plaatsvinden, dit impliceert dat de mogelijkheid reeel is dat meer dan 1.000 pa per blok van 2 uur zullen worden gegenereerd.

Er kan geen betwisting bestaan nopens het feit dat de nieuwe sporthal een bovenlokaal karakter zal hebben, aangezien er ondertussen een engagementsverklaring met de Vlaamse Handbalvereniging werd afgesloten voor gebruik van de Sporthal de Kaart voor topsport. Het naastliggend paviljoen zou gebruikt worden voor opleidingen.

De vraag stelt zich of het studiebureau MINT rekening heeft gehouden met het toekomstig bovenlokaal gebruik van de Sporthal.(en het daarmee samenhangend gebruik van het paviljoen)

Het is niet omdat het studiebureau voor de MOBER, Mint, stelt dat een aantal functies en activiteiten best niet tegelijkertijd worden georganiseerd, dat die mogelijkheid niet bestaat of uitgesloten is, dan wel realistisch is.

4. Nopens de MOBER studie Mint en de mobiliteit

De MOBER vertoont heel wat leemtes en onduidelijkheden, zelfs tegenstrijdigheden en onrealistische oplossingen, milderende en flankerende maatregelen, alsook conclusies.

Zo wordt er gesteld dat op Middelkaart de bovengrens mbt de verkeersleefbaarheid niet overschreden wordt, maar de restcapaciteit zeer beperkt is, met name tijdens de schoolspitsen.

Hierbij dient niet alleen rekening te worden gehouden met de schoolactiviteiten zelf, maar ook met de naschoolse activiteiten, waarbij ouders en leerkrachten aanwezig kunnen zijn.

Bovendien betreft het een kleuterschool en klassen en een lagere school, waarbij het vervoer per bus en per fiets eerder beperkt is en waarbij de kinderen meestal met de auto worden afgezet. Daarnaast moet gerekend worden, 2 x verkeersbewegingen per dag, komen en gaan, voor meer dan 600 leerlingen en kleuters, is mogelijks 400 x 2, meer de leerkrachten en het ander onderhouds en administratief personeel.

Er dient gerekend te worden op zeker 2.000 extra ritten per dag met wagens, gelinkt aan de projectsite en de vele functies die er worden voorzien en derhalve een cumulatief effect zullen hebben.

Daarnaast dient dan nog gerekend te worden op de functie van de bovenlokale sporthal, het multifunctionele paviljoen en het kinderdagverblijf.

Deze functies zullen soms parallel lopen en het is niet realistisch te stellen, dat beide functies niet kunnen worden gecombineerd, temeer er dan ook een probleem ontstaat op het vlak van parkeercapaciteit.

De MOBER stelt immers op blz 68;

“Echter, wanneer het paviljoen wordt gebruikt als theater , dan voldoet de capaciteit op de parkeerpocket niet aan de vigerende normen, indien ook de sporthal is gebruik is. Vanuit de MOBER wordt dan ook gepleit om de sporthal niet te gebruiken, of maximaal slechts gedeeltelijk, indien het paviljoen als theater wordt gebruikt.”

Het voorzien van een MODAL-split, waaronder alternatieve vervoersmodi, aanbieden van elektrische deelwagens, de te verwachten verbetering van het OV-netwerk in de omgeving, door het uitwerken van een Regionaal Mobiliteitsplan, is “wishfull thinking”, vertrekhypotheses, waarvan de realisatie onzeker is.

Dit gaat in tegen het principe van rechtszekerheid, dat door de Raad van State en door de Raad voor Vergunningsbetwstingen, als algemeen erkend principe van behoorlijk bestuur wordt vooropgesteld.

Hoe dan ook zal de bijkomende verkeersdruk, ook aanleiding geven tot meer geluidsoverlast in de omgeving en een aantasting van de luchtkwaliteit.

Omwille van de verhoogde verkeerdruk, zal ook de verkeersveiligheid, onder andere voor fietsers in belangrijke mate dalen. Op de huidige, omliggende straten is er nu geen enkel fietspad voorzien: Middelkaart, Hoge Kaart, Leeuwenstraat bevat geen afzonderlijk fietspad.

5. Klimaattoets en natuurtoets

Het bestaande bosje zou blijven, maar zou een publieke functie krijgen; het zal noodzakelijk zijn, dat het door de gemeente wordt onderhouden, nu het niet meer afgesloten en privé zal zijn.

Bovendien zullen in het bosje, een waardevol stuk groen midden het stedelijk weefsel, een groot aantal gezonde loofbomen worden gekapt. Eigenlijk zou zelfs de helft worden gekapt van het bos.

De te kleine speelplaats van de school heeft tot rechtstreeks gevolg dat overdag het bos eigenlijk als speelplaats zal worden gebruikt.

Dit betekent dat het bos tijdens de dag door omwonenden niet op een rustige manier en in stilte zal kunnen bezocht worden. Een combinatie van speelplaats voor de school en rustplaats voor de omwonenden is niet compatibel.

In augustus 2017 heeft een boomchirurg, erkend ETW, een diagnose gemaakt van de staat van de bomen op de site en in het bos. Een schriftelijk verslag van deze boomexpert is beschikbaar en kan op eerste verzoek worden bezorgd.

Op de schoolsite is er een gezonde biodiversiteit van verschillende boomsoorten, waarbij de inlandse boomsoorten sterk vertegenwoordigd zijn. De gemiddelde leeftijd van het bos is 150 jaar en derhalve biologisch waardevol. Wel werden gedurende meerdere jaren de bomen niet onderhouden, wat niet wil zeggen dat ze ziek zijn. Wel integeldeel, de bomen vertonen geen massale tekenen van ziekten en/of plagen. Er is ook relatief weinig significant dood hout aanwezig. Een regelmatig onderhoud en snoei zou de oudere bomen , die nu nog gezond zijn, ook in de toekomst in een goede gezondheidstoestand kunnen houden. Een goed beheer zal ertoe leiden dat de bomen nog decennia kunnen gezond blijven.

Het betreft een stukje bos met een gezonde mix van volgroeide en opgroeiende voornamelijk inheemse boomsoorten, zoals beuk, zomereik en esdoorn.

Gezien de stamomtrek, ook terug te vinden op het kapplan, staan er enkele relatief oude bomen tussen.

Het boscompensatieformulier is op zeer summiere wijze ingevuld en komt tot een bedrag dat in acht genomen de leeftijd en soort van de te kappen bomen, niet kan kloppen.

De toe te passen boscompensatiefactor dient zeker bepaald te worden op 3.

Bovendien dient er ook advies te zijn van AVES van ANB.

Het dient vermeld dat de actuele eenheidsprijs voor het bos alleen al in 2016 werd bepaald op 5,43 euro/cm2, dit door een erkend boomchirurg .In het boscompensatievoorstel is er sprake van 3,66 euro/m2, zowaar een verschil met een factor 10.000 !

Een boscompensatievoorstel van amper 1.000 euro is dan ook belachelijk te noemen.

Verder zullen ook op verschillende andere plaatsen van de projectsite bestaande bomen verdwijnen.

Dit zal vooral het geval zijn met de huidige bomen aan de Schoolstraat en de zone tussen de Schoolstraat en de huidige refter van GILO Kaart. Op de infovergadering kon vernomen worden, dat er in totaal 190 bomen zullen gerooid worden. Er zullen er worden heraangeplant, doch een jonge aanplant, zal niet dezelfde waarde en functie kunnen hebben als volgroeide bomen. Volgroeide bomen hebben een hogere biodiversiteit , beschermen tegen de klimaatopwarming, houden water vast en nemen CO2 uit de lucht op en verbeteren dus de luchtkwaliteit . Het aantal bomen zal dalen, dus de balans is op dit punt negatief.

Bomen bieden een uniek biotoop voor flora en fauna, wat zeker in een verstedelijkte omgeving van belang is. Bomen en bospercelen hebben ook een belangrijke verbindingsfunctie voor allerlei diersoorten tussen andere groenpercelen.

Het voorgenomen project bedreigt een aantal beschermde diersoorten in de tuinen van de omwonenden. Zo komen er geregeld eekhoorntjes op bezoek en vliegen er in de zomer vleermuizen ’s avonds over. Het vogelbestand is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. Door de kap van bomen, vreest bezwaarindiener en de omwonenden dat de fauna en flora er in belangrijke mate op achteruit zal gaan.

Bomen in de straten van een wijk hebben niet alleen een esthetische waarde, ze bepalen ook voor een deel de uitstraling van een wijk. Ze hebben ook een belangrijke gezondheidswaarde. Immers, ze hebben een belangrijke meerwaarde voor de psychische en fysieke gezondheid van de omwonenden. Bomen hebben bovendien ook een educatieve waarde, zeker wanneer deze deel uitmaken van een schoolterrein.

De natuurtoets bij toepassing van art. 14 en 16 van het Natuurdecreet dient uitgevoerd te worden. Daar waar bomen kunnen behouden worden en schade aan de natuur kan worden vermeden, dient dit zeker te gebeuren. Straatbomen hebben een belangrijke waarde in een stedelijke omgeving en verhogen de woonkwaliteit. Uitkijken op bomen is veel aangenamer dan uitkijken op betonnen wanden.

Het behoud van straatbomen, staat uitdrukkelijk vermeld in de burgemeestersconvenant;

“Steden bestaan voor een belangrijk deel uit bebouwd gebied en niet doorlaatbare oppervlakten zoals steen, beton en asfalt. Door deze materialen houden steden meer warmte vast dan hun omliggende gebieden. Bovendien wordt in steden ook meer warmte geproduceerd dan in omliggende gebieden door onder meer auto’s, fabrieksmotoren, airco’s, enzovoort. In combinatie met de toename van het aantal warmere periodes en de hogere temperaturen als gevolg van de klimaatverandering, is hittestress een wezenlijk probleem in steden.

Bomen zijn van belang om de stad koel te houden. Bomen verkoelen de stad door water via het wortelstelsel op te nemen en het water te verdampen via de bladeren. Naast de verdamping die de stad koelt, geeft een boom ook schaduw. Dit betekent dat de beschaduwde delen van de stad ook minder opgewarmd worden. Op die manier leveren bomen een bijdrage aan het koelen van de stad. Tot slot zorgt de schaduw er ook voor dat mensen een lagere temperatuur ervaren. Ondanks dat de temperatuur in de schaduw onder bomen vaak vrijwel gelijk zijn aan de temperatuur in de volle zon, is de gevoelstemperatuur toch lager. Dit kan tot 15°C schelen op minder dan 50 meter afstand.     

Deze maatregel is gericht op:

  • Hitte
  • Extreme regen

De impact van de maatregel is dat het bomen verkoelend werken door verdamping (evapotranspiratie) en minder warmte opslaat dan de meeste niet-natuurlijke materialen. Daarnaast geeft het overdag ook nog eens schaduw.

Ten aanzien van extreme regen helpen bomen omdat ze geplaatst worden in onverharde grond. Dit wordt de boomspiegel genoemd. In de boomspiegel kan water gemakkelijk infiltreren en wanneer het beschikt over buffercapaciteit, kan het ook nog dienst doen als tijdelijke waterberging.

Wanneer ontstaat er impact?

Vanaf het moment dat een boom geplant wordt, treedt de verdamping in werking en kan het bijdragen aan de verkoeling van de stad.

Bij jonge bomen kan het effect nog wat beperkter zijn. Met de tijd dat de bomen in een volwassen stadium komen, zal de koelingscapaciteit van een boom toenemen.

Effect ontstaat op korte termijn”

In plaats van bomen te kappen, zou er bij het opstellen van de plannen voor infrastructuurwerken, een bomeneffectenanalyse dienen te gebeuren door een erkende ETW. Op die manier zou kunnen nagegaan worden, hoe bepaalde werken kunnen worden uitgevoerd waarbij zoveel mogelijk bomen kunnen worden behouden.

Voor een bomeneffectenanalyse bestaat er een Richtlijn, opgesteld door Bomenstichting, oorspronkelijk uit Nederland afkomstig maar die ondertussen ook ingang heeft gevonden in Vlaanderen. Bezwaarindiener verzoekt dat minstens een bomeneffectenanalyse zou worden uitgevoerd.

Er is ook sprake van een gemeenschappelijke biomassacentrale als verwarming voor de gebouwen van het project. Waar deze biomassacentrale zal worden ondergebracht, blijkt in ieder geval niet duidelijk uit de plannen.

Hoe dan ook zal deze centrale dienen te voorzien in een hoge schouw, alwaar de verbrande uitstootgassen kunnen evacueren.

Er dient ook rekening te worden gehouden met het feit dat de rookgassen en het fijn stof kunnen neerslaan in een woonomgeving, of op de gebouwen en speelplaats van de scholen.

Vooral kinderen zijn hiervoor kwetsbaar.

Andere gelijkaardige concepten met verwarming op biomassa binnen de gemeenten, bleken heel wat gebreken te vertonen en zeker niet betrouwbaar te zijn.

Bovendien is een biomassacentrale een voorbijgestreefde verwarmingstechniek, die ook heel wat nadelen en negatieve effecten met zich meebrengt.

“Deskundigen discussiëren over de duurzaamheid van bio-energie. Bijvoorbeeld over de vraag of het verbranden van hout in plaats van fossiele brandstoffen helpt tegen klimaatverandering of dit juist verergert. Bij het verbranden van hout komt namelijk in één keer alle CO2 vrij die in tientallen jaren is vastgelegd, zelfs meer dan bij de verbranding van steenkool voor dezelfde hoeveelheid energie. Deze CO2 draagt op korte termijn bij aan klimaatverandering, ook als er nieuwe bomen worden geplant.”

Bovendien is er een belangrijke uitstoot van fijn stof, dewelke schadelijk is voor de gezondheid.

Het is dan ook onaanvaardbaar dat bij het project zou worden geinvesteerd in een biomassa-centrale, daar waar er meer gezondere en milieuvriendelijkere alternatieven en hernieuwbare energiebronnen zijn.

6. Watertoets

Er zal rekening dienen te worden gehouden met het feit dat de verdichting, meer verharding met zich mee zal brengen, dus meer hemelwater zal afstromen.

Bovendien zal er ook sprake zijn van de bouw van een ondergrondse parkeergarage voor 70 auto’s.

Hiervoor al een substantiele grondbemaling noodzakelijk zijjn, die weliswaar afzonderlijk zal dienen te worden vergund, maar toch een belangrijke impact op de omgeving kan hebben.

Een put voor een parkeergarage van 70 parkeerplaatsen, vereist een maandenlange bemaling met grote debieten en een verlaging van de grondwatertafel. Dit kan zettingen van huizen en gebouwen in de omgeving veroorzaken en kan het water voor bomen wegtrekken, met sterfte tot gevolg. In veel gevallen, zal de schade pas later tot uiting komen.

Uiteraard kan er ook schade zijn aan beplanting in omliggende privatieve tuinen.

7. Parkeeroverlast

Alleen al voor het gedeelte van de wooneenheden, zijn er 159 bijkomende parkeerplaatsen vereist (1,5 perkeerplaats/woning, tenzij de gevelbreedte van de woning minder dan 6 m is) Hierbij dient verwezen te worden naar de gemeentelijke parkeerverordening op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg, goedgekeurd op 22 december 2011 en latere wijzigingen (hierin wordt bepaald dat nieuwbouw eengezinswoningen en meergezinswoningen 1,5 parkeerplaatsen per woning moeten voorzien) De gemeentelijke verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Brasschaat . Er dient ook zoveel mogelijk met gemeenschappelijke inritten te worden gewerkt, waarvan er slechts 1 voorzien is, naar de ondergrondse parking in de Leeuwenstraat.

Bovendien dienen voldoende parkeerplaatsen voor gehandicapten te worden voorzien.

Daarnaast zijn ook voldoende parkeerplaatsen nodig voor de leerkrachten en bezoekers van de scholen.

Ook de polyvalente ruimte en de Sporthal (met een bovenlokaal karakter volgens de afmetingen) vereisen voldoende parkeerplaatsen, dewelke niet voorzien zijn.

Dit kan niet of niet alleen opgelost worden door gebruik van deelauto’s, fietsen en MODAL Split.

Dit brengt met zich mee dat de parkeerdruk in de omliggende straten zal stijgen. Dit zal ook aanleiding geven tot foutparkeren, waardoor de verkeersveiligheid van fietsers en voetgangers in het gedrang komt.

Nu reeds is er sprake van een verkeerchaos aan de verschillende schoolpoorten.

Verkeersveiligheid rond scholen is nochtans een aandachtspunt en beleidspunt voor Uw gemeentebestuur.

Bovendien is er vorig jaar een participatiedag gehouden, waarbij er een aantal knelpunten inzake verkeersveiligheid in de wijk aan bod zijn gekomen. Het zou de doelstelling zijn omop dit punt een aantal duidelijke beleidskeuzes te maken en door te voeren. Er kan door het voorliggend project hierop geen voorafname worden gedaan.

Reeds 12 parkeerplaatsen worden ingenomen door deelwagens, ook wanneer die deelwagens rondrijden, waardoor die plaatsen niet kunnen benut worden door andere wagens.

In de MOBER studie MINT is er voortdurend sprake van een duurzaam mobiliteitsbeleid, doch dit vereist een algemene overkoepelende visie voor de ganse gemeente en niet alleen voor een project.

De veelheid van functies laat niet toe om af te wijken van de parkeernorm. De aangeboden oplossingen in het rapport van MINT zijn niet realistisch en wishfull thinking.

Opnieuw wordt er verkeerdelijk vanuit gegaan dat de publieke functies niet allemaal tegelijkertijd gebruikt zullen worden, pg. 60 van het rapport MINT. Dit is zuiver hypothetisch.

Op pg. 61 van het rapport MINT wordt er gesteld dat bij een regulier gebruik van het paviljoen en de sporthal, er te weinig parkeerplaatsen zullen zijn. Dit is eveneens het geval wanneer het paviljoen wordt gebruikt als theater en een tegelijkertijd gebruik van de Sporthal.

Een breed gebruik van de publieke functies wordt op die manier gefnuikt, wat een verkwisting is van gemeenschaps- en overheidsgelden.

Zelfs een “duurzame parkeervraag” , kan het tekort aan parkeerplaatsen niet oplossen.

De bezwaarindieners verzoeken dan ook rekening te willen houden met hun bezwaren en de omgevingsvergunning te willen weigeren.

Mochten er fundamentele wijzigingen aan de plannen aangebracht worden, verzoeken de bezwaarindieners dat een nieuw openbaar onderzoek zou worden georganiseerd.

Met bijzondere hoogachting,

Marleen RYELAND

Share on: